National Computing At School Conference 2018

Op vrijdag 15 juni vertrokken Pauline Maas en ik aan het begin van de avond naar Birmingham om daar net als vorig jaar op zaterdag deel te nemen aan de National Computing At School (CAS) Conference.

Toen we ’s avonds in Birmingham aankwamen,  gingen we nadat we onze bagage naar het hotel hadden gebracht een hapje eten. We maakten het niet zo laat zodat we de volgende ochtend “fris en fruitig” konden beginnen aan de lange maar vooral mooie conferentiedag.

In de periode voorafgaand aan de conferentie was de deelnemers gevraagd om uit het aanbod van 40!!! workshops Computational Thinking een keuze te maken. Ik vond het erg moeilijk om te kiezen, zoveel interessante workshops.

De ontvangst zaterdagochtend bij het universiteitsgebouw was hartelijk en goed geregeld. Bij binnenkomst was er een aantal mensen dat ons herkende van de vorige conferentie, of bijvoorbeeld via Twitter.

Na de inloop verzorgde Simon Humphreys de centrale “aftrap” van deze tiende CAS conferentie.

Daarna werd er verteld over de ondersteuningsmogelijkheden (CAS HUB Support) vanuit CAS voor leerkrachten. In diverse regio’s zijn er hub’s waar leerkrachten en andere (onderwijs)professionals vanuit zowel primair als voortgezet onderwijs hun ideeën over het verzorgen van onderwijsaanbod voor computational thinking (CT) en programmeren kunnen delen en uitwisselen op een dusdanige manier dat er voor iedereen die mee doet tenminste een idee meteen toepasbaar is in de klas.

De vertegenwoordigers van een aantal hub’s werden vervolgens in het zonnetje gezet voor het werk dat zij vrijwillig voor CAS doen.

Nuno Guarda, in dienst bij Cisco, was de volgende spreker. De titel van zijn presentatie was “Networking matters”. Guarda vertelde dat de het gebrek aan digitale vaardigheden de maatschappij veel geld kost en dat er in 2022 naar verwachting 1,2 miljoen technisch en digitaal vaardige mensen nodig zullen zijn.

Cisco heeft gratis en productonafhankelijk scholingsaanbod voor onderwijsgevenden en leerlingen.

“Kennis nemen over netwerken” maakt 1/6 deel uit van het Britse curriculum. Cisco heeft door Computing for Schools (C4S) op te starten aanbod gemaakt op te helpen onderwijs op dit deel van het curriculum te verzorgen. Packer Tracer is een soort simulatieprogramma dat gratis is en dat gebruikt kan worden om les te geven over netwerken.

Duncan Maidens, verbonden aan de Birmingham City University en bij CAS betrokken, sloot aan op het verhaal van Guarda.

Hij sprak uit eigen ervaring toen hij de vraag stelde “How do you teach networking?” en daarbij vertelde dat het niet eenvoudig is om daar les over te geven. Het uitleggen van de “begrippen” is niet eenvoudig en daarnaast is er in de loop der tijd op technisch gebied veel veranderd.

Hij vertelde ook dat het gebruik van Packer Tracer hierbij heel zinvol is.

Hoewel Guarda en Maidens beiden over dezelfde mogelijkheden spraken, sprak de invalshoek van Maidens (de onderwijskundige kant) mij meer aan dan de invalshoek van Guarda (de economische “noodzaak”).

Na een korte pauze startte de eerste workshop ronde waarin ik aansloot bij de workshop “Using tangible programming to support SEN” (Special Educational Needs) van Jody Carter, leerkracht op een primary school.

Hij legde uit wat tangible programming is (het gebruik van een “tastbare” programmeermogelijkheden) en wat het voordeel is van deze manier van (leren) programmeren en dat dit ook helpt uitvoering te geven aan het “National Curriculum”.

Carter liet een aantal materialen zien, vertelde waarom deze geschikt zijn. Hij drukte de deelnemers wel op het hart dat je met alleen het aanschaffen van materialen nog niet klaar bent, maar dat het er om gaat wat je / de leerlingen er mee gaat / gaan doen; wat wil je er als leerkracht mee bereiken?

De deelnemers kregen de gelegenheid om de materialen die hij had meegenomen (Code Pillar, Osmo Coding, Little Bits, Cubetto) uit te proberen.

De materialen die hij had meegenomen vond ik niet zo “spannend”, maar ik vond de onderbouwing die Carter gaf wel heel goed.

Mijn tweede workshop was “10 activities for the BBC micro:bit” van CAS Master Teacher Jamie Edmondson. Hij vertelde kort een aantal bijzonderheden over de micro:bit en daarna gingen we aan de slag met opdrachten die opliepen in moeilijkheidsgraad, maar volgens mij allemaal heel geschikt zijn voor iedereen (vanaf groep 8 en ouder) om “kennis te maken met” de micro:bit. Bij de afronding gaf Edmondson een aantal links met suggesties voor mogelijke vervolglesactiviteiten. Ik vond het een zinvolle en heel toegankelijke workshop.

Tijdens de “lunchbreak” was er aandacht voor de tiende verjaardag van CAS. Een aantal mensen dat zich al geruime tijd sterk maakt voor CAS werd genoemd en deze vrijwilligers werden ook bedankt voor hun vaak jarenlange inzet.

In de derde workshopronde was ik bij de workshop “Accessible ideas for primary computing” van Pam Jones en James Turner.

Jones vertelde dat ze merkte dat leerlingen die op de voortgezet onderwijs school kwamen waar zij werkte heel verschillende voorkennis op het gebied van computational thinking hadden. Ze stelde zichzelf als doel om voorbeelden te maken en advies te geven waarmee leerkrachten van het primair onderwijs met vertrouwen zelf invulling aan lessen CT kunnen geven.

Jones liet zien met welke websites en apps zij werkte en ze reikte op papier een aantal unplugged lesideeën aan.

Daarna vertelden Jones en Turner over SAM Labs. SAM Labs is inzetbaar voor verschillende STEAM-vakken, maar heeft ook een computational thinking / programmeer component.

Door middel van een soort visuele flowcharts kunnen de “elektronische” blokjes geprogrammeerd worden. Ik denk dat dit materiaal en deze manier van werken goed gecombineerd kan worden met bijvoorbeeld “techniek”. Of het materiaal ook geschikt is voor scholen die willen beginnen met computational thinking / programmeren, weet ik nu niet.

In de vierde ronde volgde ik de workshop van Phil Bagge (o.a. CAS Master Teacher) “Supporting schools to develop computing”.

Hij vertelde over het belang van oog hebben voor de menselijke kant van het verzorgen van aanbod voor computational thinking; zoals ik het zelf wel eens benoem: “de leerkracht doet er toe”.

Bagge drong aan op het respectvol omgaan met leerkrachten, ook of misschien wel juist met de leerkrachten met minder affiniteit met ICT en computational thinking.

Phil gaf diverse tips en adviezen waaronder:

  • Houd er rekening mee dat leren programmeren (veel) tijd kost
  • Geef leerkrachten training in bepaalde principes en concepten en laat dit deze kennis gedurende een bepaalde periode uitproberen / toepassen in de klas. Geef dan een volgende training waarin weer nieuwe dingen aangereikt en laat deze dan ook weer in de klas uitproberen / toepassen. Bouw dit steeds verder uit. Zorg dat de begeleiding van de leerkrachten bij voorkeur door mensen “uit het onderwijs” verzorgd wordt
  • Geef leerkrachten de ruimte om dat wat de leerlingen moeten leren zelf ook te ervaren

 

Na deze vierde ronde was er weer een centraal deel waarin er onder andere door Roger Davies terug geblikt werd op tien jaar CAS. Had het allemaal wel zin gehad?

De eindconclusie was dat het inderdaad zinvol was. Het belang van goede ondersteuning voor leerkrachten en het nemen van weloverwogen stappen werd nogmaals onderstreept.

 

 

Pauline, Phil Bagge en ik gingen na de conferentie naar het centrum van Birmingham om daar samen na te praten over de conferentie en van gedachten te wisselen over didactiek, nieuwe ontwikkelingen waaronder het nieuw Crumble boek van Phil. Het was erg gezellig en interessant.

De volgende dag hebben Pauline en ik Birmingham “als toerist” bekeken. We bezochten onder andere Thinktank, het sciencemuseum.

Bij Thinktank hebben we het onderstaande filmpje gemaakt dat weergeeft hoe we de conferentie ervaren hadden: “CAS Conference was great!”

Ik vind de National CAS Conference echt een aanrader voor iedereen die met CT en/of programmeren bezig is en ik ben er volgend jaar graag weer bij.

Categorieën: Geen categorie